Voorbereiding

Ondertussen had ik niet stilgezeten. Het was me ter ore gekomen dat Vis, onze toenmalige buurman aan de Teylingerlaan, voor ondergrondse zaken naar Friesland moest. Hij kon als reiziger voor een zaadfirma gemakkelijk een bewijs krijgen om in het noorden te worden toegelaten.

Hij zou nu voor mij ook zo’n “Bescheinigung” proberen los te krijgen. Zo’n vergunning moest natuurlijk van de Moffen komen. Om dat te bereiken is Wim een paar keer naar Den Haag geweest. Het kostte hem heel wat praten en een paar pond bruine bonen, maar eindelijk was het toch voor elkaar. Ik was zaadcontroleur geworden en had als zodanig de vergunning gekregen. Woensdag voor Kerstmis kon Wim de vergunningen in Den Haag ophalen. Ze waren geldig tot 15 januari.

Maar nu zaten we nog met de fiets, want Wim wilde niet over één nacht ijs gaan en wilde ook hier een vergunning voor hebben. Hijzelf had er al een. De vergunning kostte Wim twee fietstochten naar Leiden, naar de Ortskommandant. Donderdag kreeg hij de vergunning. Nu eenmaal de papieren in orde waren, was ook de aanvankelijke tegenstand thuis gebroken, zodat de voorbereidingen voor de reis werden getroffen.

We zouden nog voor Kerstmis vertrekken, zodat we de volgende dag al op pad moesten. De koffer voor Piet werd weer ingepakt. Bandenreparatiespullen werden ingeslagen en proviand voor de reis klaargemaakt. Dit laatste bestond uit droge sneden brood, waartussen pannenkoeken, bij gebrek aan boter of beleg. Voor verschillende kennissen werden brieven meegenomen, voor familieleden die in plaatsen woonden waar wij doorheen zouden reizen.

Nadat wij die donderdagavond de radio hadden beluisterd bij de familie Vis (ze hadden clandestien stroom), werd bij ons bij het licht van een kaars het reisplan nog eens besproken. De kaarten kwamen voor de zoveelste keer op tafel en er werden opnieuw berekeningen gemaakt.

We hadden besloten niet over de Afsluitdijk te rijden, omdat we niet dezelfde strop wilden halen als vader en Klaske. We zouden de hele tocht over land maken, een afstand van 220 km, die in twee dagen moest worden afgelegd, wilden we voor zondag op onze bestemming zijn.

Besloten werd om om 5 uur te vertrekken, want we zouden onze tijd wel nodig hebben. Voor we naar bed gingen, pakten we de fietsen in en tikten we nog even tegen de barometer. Deze begon langzamerhand te stijgen, zodat we vol goede moed naar bed gingen.